zondag 18 december 2011

Braassemermeer

18-12-2011 - Na 2 dagen bijna onafgebroken regen belooft het ook vandaag weer een natte dag te worden. Maar ik verwacht dat het tussen de buien droog zal zijn, en het meeste water valt ernaast. Net wanneer ik denk dat ik wel de enige kanovaarder zal zijn in de wijde omtrek, zie ik op de Oude Rijn een peddelaar mijn kant op komen. Het is Peter, die vanuit de Doeshaven op weg is naar de Kaag. We wensen elkaar een goede tocht met goed weer, wetende dat dat laatste ijdele hoop is maar aan de andere kant zeg ik graag: slecht weer bestaat niet, alleen slechte kleding. Met een neopreen pak aan is het niet koud, warm zelfs en daarom zou ik het liever thuis laten. Maar de veiligheid vereist dat je het, in het onwaarschijnlijke geval van omslaan, in koud water lang genoeg moet uithouden om de kant te kunnen bereiken, dus houd ik het toch maar aan.
Op de Wijde Aa staat een stevige wind uit het Noordwesten. Dikke wolkenpartijen in alle grijstinten jagen mijn kant op. Het blijft bij een enkel buitje en wanneer ik op de Braassemermeer kom schijnt zelfs de zon. De wind is vrijwel weggevallen, jammer voor de zeiljachten die ik in een lange rij een parcours zie afleggen. Ik koers aan op Rijnsaterwoude en de Leidse Vaart. Achter me zie ik een muur van inktzwarte wolken met hier en daar een bliksemflits. Ik schat in dat dat boven de Kaag is, op het moment dat Peter daar ongeveer moet zijn. Wanneer ik in Langeraar kom wordt het aardedonker, de wind steekt op en omdat het onweer nu vlakbij is besluit ik om op de kant te klimmen en onder het overhellende dak van een bedrijfsgebouw te schuilen. Het onweer trekt voorbij en ik kan weer verder. Na de Vijfgatenbrug ga ik het Aarkanaal op en word ik getrekteerd op hagel die overgaat in sneeuw, of iets ertussenin, het zijn geen harde korrels en ook geen echte vlokken.
Het duurt maar kort en even later trekken de wolken weer voorbij. Onder een felle zon kom ik bij Gouwesluis op de Oude Rijn. Ik heb nu de wind tegen. Met de zon erbij en niet al te veel golfslag is het goed te doen. Het is gewoon stug doorvaren naar Leiden, waar ik kort na zonsondergang aankom.
Zie ook de blog van Peter.

zondag 4 december 2011

Linschotenroute

30-11-2011 - Mijn favoriete instapplaats bij de Waaiersluis in Gouda is afgesloten vanwege de slechte staat van de oeverwal. Ik rijd een stukje verder naar het gemaal Stein om bij zonsopkomst te water te gaan. In Oudewater is de markt in volle gang, bij de sluis draag ik over naar de Lange Linschoten. In Linschoten sla ik rechtsaf de Montfoortse Vaart op. Een hengelaar waarschwt me dat zijn vislijn onder de brug ligt, behoedzaam stuur ik om de dobber heen. In Montfoort moet weer worden overgedragen, ook hier is een sluisje dat in de winter wel niet bediend zal worden, ook hier is een goede kanosteiger aan beide kanten.
Ik eet mijn boterhammen en begin daarna aan de terugtocht over de Hollandse IJssel met de wind tegen. Om half drie ben ik terug in Stein om weer op de kant te klimmen.

Nieuwkoopse Plassen

23-11-2011 - Ik stap bij de Alphense Kanovereniging in de boot en vaar langs de Grote Wetering in de richting van de plassen. Het is hier doodstil, de lage zon komt net boven de mist uit terwijl de molens onzichtbaar zijn. Bij de Ziende is een goede kanosteiger en ik volg de bordjes naar Nieuwkoop. De Zuideinderplas is totaal in mist gehuld, de overkant is niet te zien. Ik heb een kompas bij me maar vertrouw voor de vaarrichting op de zon die door de mist heen prikt. Ik kom precies bij de Kwakelbrug uit en vervolg mijn weg door de smalle vaart ten zuiden van de plassen. Via een doolhof van smalle en bredere sloten kom ik op de Maarten Frekenwei en daarna op de Noordeinderplas die ik schuin oversteek naar Nieuwkoop. De mist is opgetrokken en met goed zicht vaar ik terug naar Alphen.

Oude dorpen

16-11-2011 - Het heeft vannacht gevroren, de smalle slootjes zijn dichtgevroren maar ik ga er van uit dat de grotere wateren nog wel bevaarbaar zijn. Bij Zwammerdam ga ik de Oude Rijn op, richting Bodegraven. Daar ga ik een smalle vaart in die eindigt bij een gemaal. Er is een prima kanosteiger die het overdragen gemkkelijk maakt. Ik kom nu op de Oude Dorpenroute door Oud-Bodegraven en Oud-Reeuwijk. Bij twee bruggetjes moet ik overdragen, de rest is hoog genoeg om varend te passeren. De doorgang onder de A12 is smal, laag en 100 meter lang met een korte onderbreking in het midden, geen prettig idee voor claustrofobisch aangelegde kanovaarders.
Daarna volgt een brede vaart die, da's even schrikken, dichtgevroeren is. De boeg van mijn boot hangt boven het oppervlak in plaats van er doorheen te snijden; bij golven is dat een nadeel maar nu is het een voordeel. Het ijs schuift onder de boot door en breekt gemakkelijk. Ook de peddels krijg ik zonder moeite door het 2 mm dikke ijs heen maar het kan nooit goed zijn voor de bladen. Dat wordt straks weer schuren en lakken om de schade te herstellen.
Na Oud-Reeuwijk volgt een heel stil stukje door de polder, daarna ben ik weer terug bij het gemaal om over te dragen naar Bodegraven en mijn weg langs de Oude Rijn te vervolgen.

Westland

12-11-2011 - In oktober volgde ik de Gantel van Kwintsheul tot Poeldijk en sloeg toen af naar Naaldwijk, deze keer vaar ik rechdoor naar 's-Gravezande. Op de Plas van Alle Winden mag niet gevaren worden, de toegang is afgesloten met een stevige balk. Bij de Oranjesluis ga ik linksaf het Zwethkanaal op. Met een boogje om De Lier heen kom ik in Schipluiden, waarna het nog een uurtje over de Gaag terug naar Delft is.

zondag 6 november 2011

Schiedam en Vlaardingen

02-11-2011 - “Je weet dat je hier niet ver komt, hè”, waarschuwt een voorbijganger die me ziet lopen naar het vervallen sluisje in de Poldervaart. Ik beweer dat deze vaart uitkomt bij de Nieuwe Maas voor wie niet te beroerd is een paar keer over te dragen. Vol onbegrip vervolgt de man zijn weg gevolgd door zijn hond.
Deze vaart werd in 1280 gegraven voor de afwatering van Midden Delfland. De vijf aangesloten polders ('ambachten') hadden ieder een spuisluis, vandaar dat het gebied rond de uitmonding in de Nieuwe Maas Vijfsluizen werd genoemd. Nu zijn er alleen nog restanten van sluizen aan beide uiteinden, bij de Schie en bij de Nieuwe Maas.
Het eerste dammetje dient zich al na 500 meter aan. Daarna kan ik weer een flink eind vooruit, onder de spoorbrug door naar het tweede dammetje. Een fietser blijft staan op de brug en wrijft zijn ogen uit terwijl ik onder hem door vaar. Ik passeer het Betratrixpark, dan volgt de oversteek onder de A20 door. Ik ploeg door een smalle sloot bedekt met kroos, daarna volgen 4 dammetjes met een korte oversteek elkaar snel op. De vaart eindigt in Vijfsluizen, op een plas voorbij een openstaande keersluis waar in vroeger tijden een stoomgemaal heeft gestaan. Ik til de boot op de kant, bind de bagage op mijn rug en begin aan een wandeling van een kilometer. Pal naast de ingang naar de Beneluxtunnel kom ik bij een van de weinige plekken waar de Maasoever openbaar terrein is en niet bestaat uit een hoge kade. Langs de flauwe helling van ruwe keien vind ik een geschikte plek om te water te gaan, in de schaduw van het kantoorgebouw van hijs- en transportbedrijf Mammoet, een fraai stukje architectuur in de vorm van een reusachtige meerpaal.

Het is maar een klein stukje naar de haven van Vlaardingen, om 1 uur ben ik bij de sluis die toegang geeft tot de Vlaardingervaart. De sluiswachter neemt de tijd, ik moet een halfuur wachten tot de deur opengaat. Ik lig ruim een uur in de sluiskolk te kleumen, met gesloten luiken en een tergend langzaam stijgende waterspiegel, wanneer ik hoge nood krijg. Staande op de ladder langs de muur help ik bij het vullen van de sluiskolk. Het resultaat is niet indrukwekkend, om 3 uur besluit ik uit de sluis te klimmen, 6 meter hoog met de boot aan een touw achter me aan.
Volgende keer probeer ik vóór de sluis langs een trap of ladder de kade te beklimmen om over te dragen. Ik ben kwaad over het geintje dat de sluiswachter met me uithaalt en heb daarom weinig oog voor het centrum van Vlaardingen. Langs de rand van natuurgebied Vlietlanden kom ik in Schipluiden, daarna is het nog een uurtje bij ondergaande zon terug naar het startpunt op de Schie in Delft.
(foto: Ligplaats Info / Maarten van Heertum)

donderdag 27 oktober 2011

Westland

23-10-2011 - In het donker duw ik af van de kade langs de Schie in Delft en vaar de Kerstanje Wetering op richting Den Hoorn. Na een uurtje komt de zon op, ik ben dan op de Zweth en ga rechtsaf langs een kaarsrecht kanaal naar Kwintsheul. Daar kom ik op de Gantel, een riviertje dat door het hele Westland stroomt en Kwintsheul verbindt met Poeldijk, Monster en ’s-Gravezande. Na Poeldijk ga ik een zijkanaaltje in, langs Honselersdijk en Naaldwijk. Ik kom langs de Flora Holland in Naaldwijk, het veilingcomplex waar de producten van heel het Westland worden verhandeld. Voorbij Naaldwijk kom ik weer op de Gantel en even later op de kruising bij de Oranjesluis. Hier besluit ik om het Oranjekanaal op te varen en een kijkje te nemen bij de Nieuwe Waterweg. Helaas, het Gemaal Westland is omgeven door hoge hekken en ook de spoorlijn naar Hoek van Holland vormt een barrière. Dus terug naar de Oranjesluis en vervolgens rechtsaf richting Maasdijk en Maassluis, langs de Gaag met een aantal lage bruggetjes kom ik in Schipluiden en dan is het nog een uurtje tot het startpunt op de Schie in Delft.
(foto: café Rust Wat bij Maasdijk, door Valerio82/Panoramio)

maandag 17 oktober 2011

Kromme Mijdrechtroute

15-10-2011 - De eerste zonnestralen strijken over het water wanneer ik tegen half negen de Noordeinderplas oversteek. Ik vaar een smalle kreek in terwijl ik achter me een motorbootje hoor naderen. Na een sanitaire stop zit ik net weer in de boot wanneer ik een afgrijselijk gekraak hoor: de boot van de rietsnijders heeft met zijn lading – de rietsnijmachine – het bordje (o ironie) alleen voor kano’s geramd, de machine dreigt nu van het dek te glijden. Ik klim op de kant en grijp samen met een van de mannen, die van boord is gegaan, de machine vast om hem terug op het dek te duwen. Op mijn lippen ligt een sarcastische opmerking maar ik houd me in.
Via meer smalle kreekjes en de Vliet bereik ik Slikkendam waar ik bij de sluis overdraag. De volgende hindernis is de Kollenbrug (foto) waar de scheepvaart tussen 1 september en 1 mei is gestremd vanwege werkzaamheden. De brug wordt niet bediend maar een kano kan er gewoon onderdoor (50 cm), ook onder de tijdelijke brug die nog in aanbouw is. Op de Kromme Mijdrecht hoef ik niet lang te zoeken naar de overdraagplaats, er staat een bordje van de Kromme Mijdrechtroute. Het is 50 meter lopen en ik houd een korte pauze voordat ik de sloot op vaar, volgens de peilschaal op 2,35 meter onder NAP. Langs de Heinoomsvaart kom ik in Wilnis, daarna volgt Mijdrecht en de Kerkvaart naar de Pondskoekersluis. Daar ontmoet ik een groepje kanovaarders die in de kampeerboerderij De Hoef logeren. Het is warm geworden, terwijl vanmorgen de rijp op de velden stond. Langs de Kromme Mijdrecht ben ik in ruim een uur weer bij de Kollenbrug en vervolg ik mijn weg terug naar de Noordeinderplas.
(foto: Zuid-Holland, bediening bruggen en sluizen)

dinsdag 4 oktober 2011

Lek en Merwede

29-09-2011 - Gorinchem is net even te ver voor één dag, daarom trek ik er twee dagen voor uit en neem mijn tentje mee. Er wordt zonnig en warm weer voorspeld dus dat wordt genieten. In Gouda ga ik te water, ik vaar langs de Hollandsche IJssel en de Vlist naar Schoonhoven. Omdat de boot met kampeerspullen nogal zwaar is, neem ik niet de moeite om het korte stukje van de Singel tot de trap bij het stadhuis te varen maar loop meteen door naar de Veerhaven. Na een half uurtje op de Lek moet ik dan toch, in het industriehaventje bij Groot Ammers, de zware boot langs een trap omhoog tillen. Dat gaat goed, ik hoef niet te wachten tot er iemand langskomt om te helpen tillen.
Het wordt echt warm in de Alblasserwaard, te warm om mijn nieuwe zwemvest te dragen. In Giessenburg leg ik aan voor boodschappen, dan vaar ik langs de Giessen in de hoop op een vrije doorgang naar de Merwede. Helaas de Damsluis in Giessendam is gesloten en de sluiswachter is nergens te bekennen. Tillen en lopen dus maar. De kaden aan de andere kant zijn of te hoog of privéterrein, ik loop door naar de Peulensluis waar ik netjes word geschut naar de Merwede.
Zoals te verwachten heb ik tegenstroom op weg naar Gorinchem. Toch kom ik goed vooruit, door zoveel mogelijk het stilstaande water tussen de kribben te benutten; alleen om de kribben voorbij te komen moet ik wat extra kracht zetten en sturen om op koers te blijven. Op het punt waar de Boven Merwede splitst in Beneden Merwede en Nieuwe Merwede staat een verraderlijke stroming, maar ook hier kom ik zonder problemen voorbij. Ik vaar langs Gorinchem en zoek dan een strandje, op de zuidoever, om mijn tent op te zetten. Tot zonsondergang blijft het warm, wanneer het donker is ga ik mijn tent in.

Bij het eerste licht breek ik mijn tent af en nog voor de zon op is vaar ik een kreek in die uitkomt op het Oudendijksche Gat, een oude rivierloop tussen Woudrichem en Sleeuwijk die het terrein is van vele soorten watervogels. Daarna breng ik een bezoek aan het oude vestingstadje Woudrichem aan de oevers van de Merwede en de Afgedamde Maas. Ik maak een wandeling door het stadje en ben blij verrast dat hier in de Kerkstraat nog een ANWB bord staat met het oude logo, een fietswiel met vleugels, uit de tijd dat de ANWB nog een wielrijdersclub was (mooi in beeld op Google Streetview). Ik steek de Afgedamde Maas over en loop naar Slot Loevestein. Het kasteel baadt in het vroege ochtendlicht, het is nog stil en ik ben de eerste bezoeker.

Van Woudrichem steek ik de Merwede over naar Gorinchem en wacht voor de Lingesluis. Geen sluiswachter te bekennen, er is geen bel, camera of andere voorziening om de aandacht te trekken en zelfs geen telefoonnummer op de tabel met openingstijden. Dus vaar ik naar het strandje en trek daar mijn boot naar de sluiskade, waar ik langs een trap afdaal naar een steiger. Dat is dan wel weer goed geregeld. Volgende keer toch maar telefoonnummers van de te passeren sluizen noteren, zo neem ik me voor.
De Linge stroomt dwars door het centrum van Gorinchem en na een uurtje kom ik voorbij de plaats Arkel op het Merwedekanaal. Ik had hier nogal wat beroepsvaart verwacht, het is een belangrijke verbinding tussen Gorinchem en Utrecht maar ik ben alleen. Ook geen plezierjachten, die volgen de Linge. In Meerkerk ga ik onder een vaste lage brug de Oude Zederik op, een mooi en stil natuurgebied. Alleen waar de A27 het gebied kruist, is tot een kilometer van de weg de stilte ver te zoeken. De Oude Zederik loopt dood tegen de Lek in het dorp met de hoopgevende naam Sluis. Helaas geen sluis te zien en de oevers zijn hier privéterrein dus ik trek ruim voor het dorp mijn boot op de kant om naar Ameide te lopen. Daar is een veerhaventje en een trailerhelling waar ik te water ga.
Het is warm geworden en hoewel het weekend nog niet is begonnen zijn de meeste strandjes langs de Lek bezet met zonaanbidders. Wanneer ik oververhit dreig te raken trek ik mijn boot op een strandje en neem een duik. Dan vaar ik door naar Schoonhoven en daar ga ik op zoek naar iets te drinken, ik ben uitgedroogd. Een deel van de Vlist is dichtgegroeid met kroos en waterplanten, het is hard werken om vooruit te komen. Dan nog een stukje langs de Hollandsche IJssel en ik ben weer terug bij het startpunt, de Waaiersluis in Gouda.

maandag 19 september 2011

Alblasserwaard

16-09-2011 - Vanwege de verwachte lage waterstand in de namiddag ga ik naar de trailerhelling op het eilandje De Zaag om daar te water te gaan. Het is een uurtje varen via de Bakkerskil en de Noord naar de jachthaven van Alblasserdam, waar ik langs een ladder de kade op klim. Natuurlijk zijn er ook steigers, maar de kans is groot dat ik dan op het jachthaventerrein voor een gesloten hek kom te staan. Bij het oversteken van de weg word ik gefotografeerd; de fotograaf vertelt dat hij campagne voert om de afgedamde sluis weer open te krijgen en dat een overstekende kanovaarder daarbij een mooie illustratie is. Mooi streven, maar als die sluis er komt is het gedaan met de rust op de Graafstroom, dan tuffen er overal motorjachtjes. Liever dan een sluis zou ik een fatsoenlijke kanosteiger zien die het overdragen wat gemakkelijker maakt. Aan de polderzijde zijn inderdaad de restanten van een sluis te zien (foto).
Het is heerlijk varen op de Alblas die naar Bleskensgraaf kronkelt en daarna in een vrijwel rechte lijn naar Molenaarsgraaf doorloopt. In Molenaarsgraaf en Ottoland moet ik nog een paar keer overdragen, op de meeste plaatsen zijn kanosteigers aangelegd om het in- en uitstappen gemakkelijk te maken. Dan kom ik op de Ammerse Boezem. In Groot Ammers klim ik weer op de kant en dan loop ik over de Lekdijk naar het industriehaventje, waar ik langs een stalen trap afdaal naar de rivier. Met de wind en de stroming mee is het dan nog ruim twee uur varen terug naar De Zaag.
(foto: Nico Booij, Digital Hydraulics)

dinsdag 6 september 2011

Hollandse Biesbosch

02-09-2011 - In Krimpen zoek ik de jachthaven op om te kijken of ik daar de boot te water kan laten. 'Verboden voor onbevoegden' staat er op het hek, dus ga ik verder naar Stormpolder om de tocht vanuit het Vloedbos te starten. Het is hoogwater, instappen is een makkie, maar vanmiddag is het laagwater, dan moet ik tegen een steile modderhelling opklauteren. Vanuit Stormpolder is het twee uur varen naar Dordrecht en dan nog een uurtje met tegenstroom over het Wantij, naar de Hollandse Biesbosch. Het is zonnig en warm, er zijn bij dit weer veel mensen die er met de kano op uit trekken. Ik vaar op goed geluk een paar kreekjes in en kom uiteindelijk na veel kronkels bij het Bezoekerscentrum uit op het Moldiep. Daarvandaan vaar ik naar de Helsluis en kom zo op de Beneden Merwede. Er is weinig scheepvaart. In Dordrecht vaar ik door de binnenhaven in het centrum, daarna verder met alleen zicht op de achterkant van de bebouwing, tot de Grote Kerk waarna ik weer op de Oude Maas kom. Terug in Stormpolder word ik aangesproken door de bewoner van een woonboot, die zijn steigertje aanbiedt als ik bij laagwater moeilijk kan in-en uitstappen. Dat is mooi want ik kom hier zeker nog een keer terug.

donderdag 25 augustus 2011

Dordrecht, Merwede

24-08-2011 - Vanuit het Stormpoldervloedbos in Krimpen ga ik de Lek op naar Kinderdijk, waar ik rechtsaf de Noord op vaar. De tegenstroom is duidelijk voelbaar, ik heb vanaf Stormpolder twee en een half uur nodig om Dordrecht te bereiken, een afstand van 12 km. Er zijn weinig mogelijkheden om aan te leggen voor een pauze, overal zijn dijken met een steil talud en ruwe keien aan de dijkvoet. Alleen langs de Rietbaan bij Zwijndrecht is een strandje. Bij het naderen van Dordrecht moet ik opletten, er komen grote schepen van drie kanten dus ik moet even wachten met het oversteken van de Beneden Merwede die hier overgaat in Oude Maas. Het regent licht wanneer ik het Wantij opvaar. Voorbij de spoorbrug kom ik in de Hollandsche Biesbosch waar ik een paar kreekjes in ga en de stilte van het vloedbos op me laat inwerken. Via de Ottersluis zak ik met een niet indrukwekkend niveauverschil van 5 cm af naar de Nieuwe Merwede, een brede, traag stromende rivier die de Waal met het Haringvliet verbindt. Er staat een lichte tegenwind, uit de grijze luchten komt motregen. Ik houd de rechteroever aan om de grote scheepvaart niet te hinderen. Na een uur varen neemt de wind toe en worden de golven hoger. Dan komen de Moerdijkbruggen in zicht en vloeit de rivier samen met de Amer, om verder te gaan als het Hollands Diep, een kilometer breed. Het is stoempen tegen de beukende golven, tot voorbij de bruggen waar ik rechtsaf sla en op de Dordtse Kil in rustiger vaarwater kom. Na twee uur komt Dordrecht weer in zicht, het is opnieuw opletten bij de oversteek en dan vaar ik het laatste stuk over de Noord en de Lek met de stroom mee terug naar Stormpolder.
Terwijl ik thuis op de bank zit na te genieten, voel ik de golven nog in mijn hoofd en in mijn lijf bewegen.

Duivenvoorde

20-08-2011

Kinderdijk

17-08-2011 - Het Vloedbos staat onder water, daardoor is het een makkelijke instap in Stormpolder bij Krimpen. Onder een bleek zonnetje vaar ik de Lek op richting Kinderdijk. Ik leg aan op de veerboothelling, de enige plek waar je hier met een kano aan land kan want het dijktalud is te steil en de steigers zijn te hoog en verboden voor 'onbevoegden', dus alleen voor vrachtschepen om te laden en lossen.
Ik loop een stukje over de dijk tot de uitwateringsluis bij de molengang en laat daar de boot te water in de Wetering. Ik vaar langs de wereldberoemde molens waar het nu, om 9 uur, nog stil is. De toeristen zitten nog aan het ontbijt in hun Amsterdamse hotels, die verschijnen hier na 11 uur.
Na een kleine 3 uur varen door stiltegebied met alleen een kruisende weg en een groepje boerderijen met de naam De Donk, kom ik in Groot Ammers bij het eind van de Wetering die hier Ammers heet. Ik klim de dijk op en zoek een geschikte plaats waar ik de Lek op kan. Die is er niet, ik moet langs het steile dijktalud naar beneden schuifelen en door laag struikgewas waar ik mijn enkels openhaal aan fijne doorntjes naar de dijkvoet. Daar glibber ik over ruwe, met algen begroeide keien naar het water.
De stroming is te verwaarlozen, ik vaar in 3 uur terug naar Stormpolder. Het water is een meter gezakt, ik moet door het slijk om aan land te komen maar thuis onder de douche ben ik dat al weer vergeten.

Amsterdam

12-08-2011

woensdag 10 augustus 2011

Lange Linschoten

27-07-2011 - Ik vaar vanaf de Waaiersluis in Gouda de Hollandsche IJssel op langs Haastrecht en Hekendorp, naar Oudewater. Hier komt de Lange Linschoten in de Oude Rijn uit. Ik volg dit riviertje (het ‘Oude Water’) dat door het prachtig bewaarde oude centrum van het stadje kronkelt. Oudewater heeft in een ver verleden een woelige geschiedenis doorgemaakt omdat het beurtelings werd bestuurd door Hollandse graven en Utrechtse bisschoppen, en bij iedere wisseling van de wacht grotendeels werd verwoest. Nu ziet het er vredig uit, de opvolgers van de graven en bisschoppen hebben zich met elkaar verzoend. Het is lekker rustig peddelen op de Lange Linschoten langs verspreid staande huizen en boerderijen, en een landgoed vlak voordat ik het dorp Linschoten binnenvaar. Daarvandaan gaat het langs de bedrijventerreinen van Woerden en een stukje singel door het centrum naar de Oude Rijn tot Nieuwerbrug. Bij het invaren van de Dubbele Wiericke wordt ik gewaarschuwd dat de sluis in Hekendorp niet wordt bediend, maar ik heb eerder al gezien dat ik kan overdragen, waarmee ik weer terug ben op de Hollandsche IJssel.
(foto: Wikimedia Commons)

Zie het Google kaartje voor de route.

maandag 8 augustus 2011

Utrecht en de Vecht

03-08-2011 - Nadat de wekker om 4 uur afging heb ik bijna een uur doorgeslapen, ik ga daarom – voor mijn doen – laat van huis, om half zes. Wanneer ik in Woerden te water ga is de lucht nog steeds bewolkt. Na de koffiestop bij Geestdorp begint het zacht te regenen. Tot mijn verbazing staat de Haanwijkersluis in Harmelen open; volgens mijn informatie moet ik hier van NAP-40 (Stichtse Rijnlanden) naar NAP-33 (Amstel Gooi en Vecht) stijgen maar het water stroomt gewoon door de sluisdeuren met maar een paar centimeter peilverschil. Wel vraagt de sluisbeheerder 2 Euro voor het openen van de deur. Na Harmelen stroomt de Oude Rijn als een kaarsrecht kanaal door De Meern met aan beide kanten de nieuwbouwwijken van Leidsche Rijn. Een paar honderd meter voor de kruising met het Amsterdam-Rijnkanaal merk ik de deining die wordt veroorzaakt door de scheepvaart. Ik steek het kanaal over en klim aan de overkant op de wal, want de Leidsche Rijnsluis waar ik langskom wordt niet meer bediend. Er zijn veel privéterreinen en woonboten langs de Leidsche Rijn, ik moet daarom 300 meter lopen tot ik een geschikte plek vind waar ik te water kan gaan. Ik heb geen loopkarretje mee, gelukkig krijg ik bij het dragen hulp van een vriendelijke voorbijganger.
Ik moet een flink eind het Merwedekanaal volgen voordat ik de Vaartsche Rijn op kan die toegang geeft toe het centrum. Daar word ik opgeschrikt door borden met de mededeling dat de Oude Gracht over een afstand van een paar honderd meter verboden is voor kano’s en roeiboten vanwege werkzaamheden en vraag me af waarom motorjachten, die in het algemeen breder en langer zijn, er wel langs kunnen. Ook het biertransport gaat door de gracht, bij een café zie ik een schip dat een container met biervaten uitlaadt. Het is leuk om langs de Oude Gracht te varen, minder leuk om de kano langs een steile trap omhoog te sjouwen. Ik loop met de kano op mijn schouder tussen het winkelend publiek en neem opmerkingen als ‘daar beneden kan je varen’ of ‘er is ook een gracht’ voor lief. De Gemeente denkt zeker dat kano’s en roeiboten in het met stoplichten geregelde stukje eenrichtingsverkeer te snel varen waardoor motorboten het tempo niet kunnen bijhouden. Vreemd want kano's kunnen zich toch best aan de voorgeschreven maximum snelheid van 4,5 km/uur houden? Maar goed, nu zie ik tenminste ook dat ik vlak langs de Domtoren kom, die vanaf het water niet of nauwelijks te zien is.
Voorbij het Stadhuis vaar ik verder in de richting van de Weerdsluis. De sluiskolk ligt vol met motorjachten die mijn richting op komen, het gaat nog enige tijd duren voordat die geschut zijn dus draag ik de boot over, weer een paar honderd meter lopen maar deze keer wel via een mooie kanosteiger aan beide kanten, ik ben hier op de Hollandse Waterlinie kanoroute.
Ik kom langs een eindeloos lijkende rij woonschepen van hetzelfde type met dezelfde airco installatie, op de kade ernaast rijden auto’s in een trage file, de bestuurders kijken geïnteresseerd naar de waterkant. Ik ben in de rosse buurt, ik vaar langs een drijvend bordeel van een halve kilometer lang.

Op de Vecht tussen Utrecht en Breukelen is het druk met motorbootjes. De meeste houden zich netjes aan de maximale snelheid van 6 km/u, er ontstaan nergens hinderlijke golven. Na Breukelen volg ik de Grote Heicop die overgaat in de Bijleveld en de Geer. Vervolgens de Heinoomsvaart, die bij Woerdense Verlaat op de Kromme Mijdrecht uitkomt. Na een laatste keer overdragen, bij de Verlaatsluis, kom ik op de Grecht en dan is het nog anderhalf uur varen door een gestaag vallende regen naar Woerden.
(foto Nijenrode: St. Vitus/Naerdincklant)

De route is uitgetekend in een Google kaartje.

maandag 25 juli 2011

Hollandsche IJssel - Lek

22-07-2011 - ’s Morgens vroeg is het bewolkt en somber met lichte motregen, maar zodra ik om half acht in de boot zit breekt de bewolking. Ik vaar de Hollandsche IJssel op vanuit Haastrecht (foto stoomgemaal). In Hekendorp bekijk ik de Goejanverwellesluis die verbinding geeft tot de Oude Rijn maar die tot nader order gesloten is. Tevreden constateer ik dat het mogelijk is om een kano over te dragen. Niet voor deze tocht, ik vaar door naar Oudewater waar ik een omweg maak om het prachtige stadje vanaf het water te bekijken. Na Oudewater volgt Montfoort, daarna IJsselstein waar ik een smal grachtje volg dat bij een plantsoen uitkomt, een ideale plek voor een rustpauze in de zon. Terug naar de IJssel volg ik de singel en de vestingwallen die de oude binnenstad beschermen tegen invallen van buiten (kaartje van Jacob van Deventer, 1560).
Bij de Looijbrug even voorbij IJsselstein stap ik uit om een stukje te lopen met de kano op het meegebrachte karretje, naar de Lek. Ik kruip door het prikkeldraad en kom dan op een strandje waar ik kan instappen. De zwakke stroming staat voor mij in de goede richting. Met stevige wind van opzij is het lastig op goede koers te blijven. Ik vaar buiten de vaargeul, zo hebben de vrachtschepen geen last van mij. Er zijn volop mogelijkheden om aan te leggen of een van de inhammen in te varen om even te rusten. In Schoonhoven trek ik de boot op een strandje om over te dragen naar de Vlist. Bij het Stadhuis aangekomen hoor ik een plons, er is een fiets in de gracht gevallen. De kade is te hoog om de fiets te kunnen grijpen. Toevallig is dit precies de plaats waar ik te water wil gaan, dus ik stap in mijn boot en knoop een touw om het stuur, waarna twee mensen de fiets omhoog takelen. Er klinkt applaus van het toekijkende publiek. Daarna verder langs de Vlist waar ik tegen een stevige noordwesten wind in moet varen voordat ik om half zeven weer terug in Haastrecht ben.

Zie ook het routekaartje.

dinsdag 12 juli 2011

Enkhuizen

Om half elf treffen we volgens afspraak Nico en Anneke bij de trailerhelling in Hoogkarspel. Ondanks het ontbreken van een goede kanosteiger gaat het instappen gesmeerd waarna vaarleider Nico ons door natuurgebied De Weelen loodst. Het is heerlijk rustig, er is overal groen om ons heen en de enige geluiden komen van de ganzen en onze peddels.
Tijdens de picknick deelt Gerard de uit Engeland meegebrachte gembercake uit, die laten we ons goed smaken. Daarna verder naar Enkhuizen, waar we op de vele kruisingen en in scherpe bochten moeten oppassen en achter elkaar varen want het is niet alleen druk maar ook smal. In Enkhuizen stappen we uit om het stadje te bekijken en een terrasje te pikken bij de haven met uitzicht op het IJsselmeer. Na Enkhuizen komen we de varende fanfare tegen en bekijken we de Overhaal in Broekerhaven waar boten over de IJsselmeerdijk kunnen worden getild met een ingenieuze hijsinstallatie (zie You Tube).
Bovenkarspel heeft een reputatie van pubers in te snelle motorbootjes die elkaar willen laten zien wie de stoerste is. We krijgen een paar golven over ons heen maar zijn niet onder de indruk. We gunnen het de waterpiraten niet om lol aan ons te beleven. Een stel jongens met een speedboot en een skimboard probeert indruk te maken op de meiden die op de kant bij de bierkratten zitten. Ik heb een slecht voorgevoel bij het explosieve mengsel van geldingsdrang, geslachtsdrift en drank. De schipper geeft gas, de kano’s krijgen de hekgolf en de onfortuinlijke skier zakt door zijn board. Met een snelle beweging van mijn peddel grijp ik het board en ga er als een speer vandoor met mijn trofee, ook al weet ik dat ik het zal afleggen tegen een speedboot. Ze laten ons gaan met het gebroken board, we krijgen nog wel een golf van 2 andere bootjes en daarna verlaten we de bewoonde wereld waarmee de rust terugkeert. Het is even doorbijten op de laatste kilometers. Even na vijven zijn we terug op het startpunt en kunnen we na een geslaagde tocht weer op de kant klimmen. We nemen ons voor om deze tocht bij een volgende gelegenheid op een dag door de week buiten de vakantie te varen.

dinsdag 5 juli 2011

Kaag en Braassem

01-07-2011 - Vandaag vaar ik samen met Gerard, wel zo gezellig vergeleken met mijn solotochten. We beginnen de tocht vanaf het clubhuis in de Doeshaven onder een blauwe hemel met verspreide bewolking en een matige noordwestenwind. Groepjes stapelwolken veranderen snel in grijze wolkenmassa’s waar felle buien ontstaan. We schuilen onder de Doesmolenbrug wanneer zo’n bui over ons heentrekt. Even voorbij de Veendermolen leggen aan we bij een zwemsteigertje voor een korte plaspauze en een slok koffie. We varen verder over de Braassem, de verwachte golfslag valt mee, we houden het droog. Het is opvallend stil op het meer, je zou wel wat motorbootjes met vutters verwachten op een mooie vrijdag zoals deze. Ook de zeilscholen laten zich niet zien.
Over de Ringvaart gaat het vervolgens in de richting van de Kaag. We varen over de stille Hanepoel en langs de Boerenbuurt naar Kaag Eiland, waar we in restaurant ’t Kompas een kleine lunch gebruiken. Eerst op het terras, maar later jaagt de regen ons naar binnen.
We steken over naar de Zandsloot en komen zo met een boogje in Warmond terecht. Via de Haarlemmertrekvaart en de Oude Rijn varen we terug naar de Doeshaven.
(Foto: Restaurant 't Kompas, Kaag)

zondag 26 juni 2011

Lopikerwaard

24-06-2011 - De startplaats is Gouda, bij de Waaiersluis. Op de Vlist tussen Haastrecht en Schoonhoven volg ik de bordjes 'Lopikerwaard Kanoroute' maar eenmaal in Schoonhoven aangekomen zie ik geen bordjes meer. Ook niet erg, ik heb de route op de kaart bestudeerd, ik draag over van de Vlist naar de Singel en vaar zo het riviertje op dat onder verschillende namen door de Lopikerwaard loopt.
Ik kom langs het gehucht Zevender, verderop langs Cabauw waar het KNMI het weer meet in een 200 meter hoge Meteomast. Tot Lopik zijn de vele bruggen hoog genoeg om door te varen, na Lopik moet ik vaak uitstappen en overdragen omdat vele bruggen maar 20 tot 30 cm hoog zijn, of de brug is wel hoog genoeg maar er hangt een pijp op 20 cm boven het water. Ik raak de tel kwijt, het zal een keer of tien zijn. De kanten zijn steil en rijkelijk begroeid met brandnetels, dus het is improviseren. Ook zijn er twee stuwtjes waar ik moet overdragen. Het was me nog niet opgevallen, maar bij de stuwtjes merk ik pas dat ik stroomopwaarts vaar. Voorbij het tweede stuwtje zie ik een motorboot afgemeerd liggen, en deze keer kom ik daarvan in een goede stemming, want het betekent dat ik vanaf hier kan doorvaren onder de bruggen.
Het riviertje heet vanaf hier Enge IJssel hoewel het een stuk breder is dan het stuk tussen Schoonhoven en Lopikerkapel. Even verder kom ik op de Kromme IJssel die, inderdaad, met een boogje door het bos bij Nieuwegein stroomt. Daarna volgt IJsselstein en heet de rivier Hollandse IJssel. Via de plaatsen Moordrecht, het historische Oudewater en Haastrecht kom ik weer terug in Gouda

Zie het Google kaartje voor de route.

zondag 19 juni 2011

Loosdrechtse Plassen

18-06-2011 - De dag begint slecht met veel wind en regen, ik ben al drijfnat voordat ik aankom bij de picknickplaats aan de Heinoomsvaart bij Wilnis. Daar start ik de kanotocht met een stevige wind in de rug, langs Wilnis en de Vinkeveense Plassen naar de Demmeriksesluis (foto), waar ik overdraag en een korte koffiepauze houd.

Bij Nieuwersluis steek ik het Amsterdam-Rijnkanaal over, daarna vaar ik om de vesting Nieuwersluis heen en ook weer terug, want de vestinggracht is maar van één kant toegankelijk.
Na een stukje langs de Vecht (foto) kom ik bij de Mijndensesluis. Hier is geen overdraagsteiger voor kano's, de hoge kademuur nodigt ook niet uit om de boot uit het water te hijsen. Dus schutten maar, nadat een motorbootje de sluis uit komt gevaren.
Dan ben ik op de Loosdrechtse Plassen, eerst nog beschermd door bosjes, maar daarna overgeleverd aan wind en golven die me in de richting van Oud-Loosdrecht duwen. Zo ver laat ik het niet komen, ik leg aan bij een eilandje om mijn boterhammen te eten en keer daarna om, recht tegen de wind en de golven in. Bij een eilandengroepje is het even zoeken, dan zie ik een bord dat de richting naar de sluis aangeeft. Wanneer de sloot die ik heb gekozen dood bijkt te lopen denk ik eerst dat ik verdwaald ben, maar een schipper wijst me de route naar de Weersloot die twee eilandjes verderop ligt. "Het is nog wel een flink eind varen naar de sluis," waarschuwt hij, nou dat blijkt erg mee te vallen, een kwartiertje hooguit.
Weer overdragen, en ik ben in Breukelen terug op de Vecht. Ik zoek naar een kade waar ik op de kant kan klauteren, de kaart geeft geen vaarverbinding aan tussen de Vecht en de Grote Heicop naar Kockengen. Voorbij de brug over de Vecht valt mijn oog op een geel bord 'doorvaart gestremd', dat beschouw ik als een uitnodiging voor kanovaarders en wat blijkt, het is een ondiep grachtje van 2,5 meter breed dat via een openstaande keersluis leidt naar het Amsterdam-Rijnkanaal met een oversteek naar de... Grote Heicop. Dus ik heb me voor niets zorgen gemaakt met het vooruitzicht om een paar honderd meter door een drukke winkelstraat te lopen. Ik heb de wind nu pal tegen. In Portengense Brug probeer ik onder de brug door te varen maar ik kom klem te zitten en keer om. Ik stap uit en geef de boot een flinke zet in de hoop hem aan de andere kant van de brug op te vangen. Geen boot te zien, de wind duwt de boot weer terug dus toch maar overdragen. De Grote Heicop gaat over in de Bijleveld, vervolgens de Geer en na de Oudhuizersluis ben ik weer op de Heinoomsvaart waar ik de tocht begonnen ben.

De route is te vinden op een Google kaartje.

dinsdag 14 juni 2011

Rotterdam

11-06-2011 - Wanneer de wekker om half vier afgaat bedenk ik dat ik ben vergeten de getijden op de Hollandsche IJssel te raadplegen, dus tussen de boterhammen door kijk ik snel even op de getijdentabel en wat blijkt, 9 uur laagwater bij Gouda dus dat wordt tegen de vloedstroom in peddelen of de tocht een week uitstellen. Ik besluit het er op te wagen, zo sterk kan die stroming niet zijn.
Na een half uur varen strijken de eerste zonnestralen over de Oude Rijn bij Leiderdorp. Voorbij Alphen sla ik rechtsaf de Gouwe op waar ik met tegenwind te maken krijg. Ik passeer Boskoop en Waddinxveen, ik heb geen moeite met de Hefbrug Waddinxveen die sinds donderdag niet meer open kan nadat hij naar beneden gestort is (zie nu.nl).
Dan volgt Gouda waar ik met een boogje omheen vaar op weg naar de Julianasluis. Tijd voor een kopje koffie onder een dreigende wolkenlucht waar af en toe een paar spatten uit vallen.
Ik doe geen moeite me bij de sluiswachter te melden maar draag de boot over. Dat gaat hier gemakkelijk; langs de Gouwe is een vaste wal van 60 cm hoog, er loopt een fietspad langs de sluis en op de Hollandsche IJssel ligt een drijvende steiger met een loopbrug. Hier op het brede water is de wind sterker, er staat wat golfslag en na een uurtje varen begin ik ook de tegenstroom te voelen. Ik laat me hierdoor niet ontmoedigen, ik blijf zo dicht mogelijk bij de oever waar de stroming het zwakst is en kom tegen één uur bij de samenvloeiing met de Lek waar de rivier verder gaat als Nieuwe Maas. De wind is verder aangewakkerd, de golven spatten me om de oren en het begint te regenen. Het begint nu echt leuk te worden. Jammer dat er alleen hoge kades zijn en steigers exclusief voor de watertaxi, ik kan nergens aanleggen om even te rusten of mijn boterhammen te eten. Dat doe ik dan maar drijvend, dicht bij de oever waar ik geen risico loop om te worden overvaren door vrachtschepen, de waterbus of watertaxi. Ik passeer de Willemsbrug en de Erasmusbrug, vanaf de oever van het Noordereiland heb ik mooi zicht op de Maasboulevard en het centrum met de kubuswoningen, de wolkenkrabbers rond het Hofplein en nog zo wat markante punten. Bij Delfshaven komt de drijvende bus (zie Splashtours) me tegemoet, met verbaasde gezichten van toeristen die geen kano verwachten op een druk bevaren rivier. Voorbij de Maastunnel wordt het water breder en de golven ruiger, ook moet ik hier alert zijn op oceaanstomers die de havens in- en uitvaren en niet kunnen of willen uitwijken voor een kano. Ter hoogte van de Waalhaven steek ik over van de linker- naar de rechteroever, in het stille vaarwater van een containerschip dat net de Waalhaven is uitgevaren op weg naar zee. Even later, ik ben dan weer in gevecht met de wind en de golven, komt een boot van de havendienst mijn kant op, twee mannen staan langs de railing en informeren waar ik naar toe ga. Naar zee zeg ik, nee grapje het is nog 100 meter naar de monding van de Schie waar ik weer in rustig vaarwater kom. De deuren van de Buitensluis zijn gesloten, ik lees dat ik me bij de sluiswachter moet melden op marifoonkanaal 22. Jammer alleen dat ik geen marifoon heb, dus til ik de boot de kade op om een stukje te lopen.
Schiedam is niet voor kano’s, ik vind geen kade of steiger die geschikt is om te water te gaan. Niemand op straat om te helpen, alleen langsrazende automobielen. Uiteindelijk lukt het bij een verkeersbord waar ik aan kan hangen. Nadat mijn bungelende voeten de boot hebben gevonden, laat ik mij voorzichtig in de boot zakken. De ergernis verdwijnt wanneer ik het centrum van Schiedam binnenvaar: mooie historische panden, waaronder jeneverstokerijen waar Schiedam bekend om is, veel kleinschalige bedrijvigheid vergeleken met de zeehavens waar ik net vandaan kom, mensen op straat en dit alles onder een heerlijk zonnetje. Na Schiedam pers ik mezelf onder de trambrug (40 cm) door, passeer Overschie en begeef me op weg naar Delft. Ik kies voor de smalle grachtjes door het centrum en kom aan de noordkant weer op de Schie. Nog een paar uurtjes doorvaren over het Rijn-Schiekanaal langs Rijswijk, Voorburg en Leidschendam bij wind in de rug, dan vaar ik tegen 10 uur Leiden binnen om bij de laatste zonnestralen langs het Rapenburg en de Herengracht op de Herensingel te komen.
(foto Waalhaven: Panoramio/butzfe; foto hefbrug: nu.nl/Peter Visser; foto Schiedam: Panoramio/Eddie van Uden)

Zie het bijbehorende Google kaartje voor de route.

woensdag 8 juni 2011

Braassem-Amstel-Kaag

05-06-2011 - Om 5 uur ’s morgens stap ik in de boot en vaar ik door de Herensingel in de richting van Leiderdorp. De zon prikt nog heel even door de wolken heen, daarna sluit het wolkendek zich en het is duidelijk dat ik het vandaag niet droog houd. Er staat een stevige wind uit het noordoosten, dat betekent golfslag op open water. Op de Wijde Aa zijn de golfjes nog kalm, op de Braassemermeer slaan de golven over me heen dus ik heb al een nat pak voordat het heeft geregend. Op de Drecht is het weer wat rustiger. Ik kom tegen 9 uur bij de Tolhuissluis, waar ik de boot overdraag en een paar slokken koffie neem bij het vallen van de eerste regendruppels. Ik zit er niet zo mee, ik trek mijn jas aan en bedenk dat na twee maanden droogte ieder regenbuitje welkom is, vooral voor de boeren, tuinders en dijkgraven. Ik deel het Amstel-Drechtkanaal met roeiploegen en skiffeurs van de Uithoornse vereniging Michiel de Ruijter, voor motorjachten is het blijkbaar nog te vroeg. Na Nessersluis ga ik de smalle Waver op en ben verrast door de vele motorjachten die ik hier juist wel tegenkom.
Wanneer ik in Ouderkerk aankom is de regen gestopt en de bewolking wordt lichter. Vanaf hier heb ik ook de wind in de rug, dus de rest wordt een makkie. Via de Amstel kom ik terug in Nessersluis en Uithoorn, vanaf Oude Wetering volg ik de Ringvaart naar de Kager Plassen. De wind is intussen flink afgenomen, er zijn nauwelijks golven en ik vaar menig zeilbootje voorbij. Tegen 7 uur zet ik voet aan wal in het Bleekerpark in Leiden.
(Foto Oude Wetering: René Speur)

maandag 30 mei 2011

Reeuwijkse Plassen

26-05-2011 - Er staat een harde wind en voor vanmiddag is storm voorspeld, dus ik houd het bij een korte tocht, op de Reeuwijkse Plassen. Het gebied bestaat uit 10 plassen die met elkaar in verbinding staan via smalle doorgangen die zonder voorbereiding lastig te vinden zijn. Ik heb een kaartje bij me waarop de doorgangen aangegeven staan. Ik ga eerst langs Brasserie
't Wapen van Reeuwijk’ om een vaarontheffing te kopen, en laat een stukje verderop de boot te water.
Meteen op de eerste plas slaan de golven me om de oren. Ik kom twee roeiboten tegen, verder is de plas uitgestorven. Op de tweede plas heb ik de wind in de rug, ik surf op de golven naar de brug die toegang geeft tot de derde plas. De oevers en eilandjes zijn niet toegankelijk, ze zijn ofwel privéterrein ofwel beschermd natuurgebied. Voor de koffiestop vaar ik door naar de enige openbare picknickplaats, met de naam Twaalfmorgen, in de zuidoostelijke hoek van het plassengebied. Hier is enige beschutting tegen de harde wind.
Met het kaartje bij de hand vind ik ook de andere doorgangen moeiteloos. Ik kom geen andere watersporters meer tegen, ik ben alleen in het gevecht tegen de golven die nu van opzij komen. Op het laatste stuk van de route moet ik tegen de wind in, dat gaat prima in de beschutting van het dorp Sluipwijk. In Sluipwijk is het nog even zoeken naar de doorgang, daarna gaat het recht tegen de golven in terug naar de startplaats.


Zie voor de route het Google kaartje.

zondag 22 mei 2011

Rietveld


21-05-2011 - Onder een staalblauwe hemel maken we ons klaar voor vertrek. Een kwartier voor de geplande tijd staan we al te popelen om te vertrekken, we zijn ruim voor 10 uur de Doeshaven uit. Na een dik uur varen langs de Oude Rijn slaan we voorbij Hazerswoude rechtsaf de Oostvaart in, een ondiepe vaart met weelderig bloeiende waterlelies langs de oevers, en rietkragen bevolkt door meerkoeten, futen en eenden. Een koppel zwanen is niet gediend van ons bezoek en kiest het luchtruim. Aalscholvers hebben een veilig heenkomen gezocht op de molenwieken van de 'Blauwe Wip'.

Na een halfuurtje rustig peddelen langs de vaart is daar de eerste hindernis, een sluisje met zelfbediening. Twee mannen met een sloep varen de sluiskolk uit in onze richting. Jeannette moedigt de man op de kant aan bij het openen van de sluisdeuren en zet al haar charmes in om hem te bewegen een groepje kanoërs te schutten. Zonder resultaat, hij stapt in de sloep en mompelt in het voorbijvaren iets over emancipatie. We varen de sluiskolk binnen en ik stap uit om de sluis te bedienen. Het duurt even voordat het water gezakt is, het peilverschil is 1,50 meter. Sluizenbouwer Gerard houdt alles scherp in de gaten, terwijl waterbeheerder Erik tevreden kijkt naar de 50 kuub schoon boezemwater waarmee we de boeren en tuinders een plezier doen. Gerard is intussen zo aardig om mijn boot op sleeptouw te nemen, zo hoef ik geen poging te wagen om in te stappen van een bijna 2 meter hoge kademuur.
Aangevoerd door ‘inheemse’ Jeannette (ze is hier opgegroeid en heeft er goede herinneringen aan) stevenen we op de tweede sluis af, waar Hilde het schutwerk verricht. Het in beweging brengen van de zware houten deuren vereist enige spierkracht, gelukkig is ook hier een lange aluminium paal aanwezig voor het duw- en trekwerk. Het niveauverschil is hier maar 10 cm en we kunnen vlot doorvaren. Het geluid van ruisend water trekt onze aandacht, het blijkt een kunstmatige waterval te zijn die dient om het zuurstofgehalte van het water op peil te houden. Dan zien we ‘Klein Giethoorn’ voor ons waar we aanleggen voor een kop koffie met appelgebak. Het is driedubbel genieten van de versnapering, de rust en de weldadige zon op onze huid. En niet te vergeten het goede gezelschap.

We varen nog een stukje door tussen de smalle stroken land met afwisselend boomkwekerijen, weilanden en tuinbouw met verspreid liggende woningen en kiezen dan een smalle sloot waar we moeten uitstappen om een dammetje te passeren. De oever is zompig waardoor enige behendigheid nodig is om met droge voeten aan land te komen. Dat lukt zowaar aardig, desondanks krijgt de vaarleider de vraag toegeworpen waarom hij niet voor kanosteigers heeft gezorgd. Erik wist van tevoren al te melden dat de sloten diep genoeg zouden zijn en het klopt, we kunnen zonder zuigende werking van de bodem verder varen naar de ringsloot langs de zuidkant van Alphen. Vanuit de ringsloot dragen we over naar de Gouwe, om bij Gouwesluis linksaf te slaan en twee uur lang de Oude Rijn te volgen, dwars door het centrum van Alphen en verder via Hazerswoude terug naar de Doeshaven.
De route staat uitgetekent in een kaartje.

vrijdag 13 mei 2011

Vinkeveensche Plassen

13-05-2011 - Het vertrekpunt is mijn vertrouwde steigertje in Uithoorn, voor een tocht over de Amstel, De Waver, de Winkel en de Angstel met een wijde boog om de Vinkeveensche Plassen heen. Deze watertjes zijn heel geschikt voor kanovaarders, niet alleen omdat ze smal en kronkelig zijn, ook is er maar beperkt toegang voor motorschepen op veel plaatsen zijn kanosteigers en overdraagplaatsen. De Winkel is over een lengte van een paar honderd meter zelfs maar 3 meter breed en bijna dichtgegroeid, ik kan er niet eens keren als ik dat zou willen. Na het Slot van Loenersloot (foto) ga ik rechtsaf de Geuzensloot op en kom daar bij de Demmeriksesluis met een verval van maar liefst 1,75 meter. De sluiswachter heeft lunchpauze, een motorbootje dat vlak achter mij bij de sluis aankomt moet een uur wachten. Ook bij veel bruggetjes gelden lange wachttijden, ik weet niet of dat is omdat de brugwachter moet worden opgetrommeld of omdat hij meer scheepjes wil opsparen voordat hij de brug opent. Ik hoef het ook niet te weten want ik kan overal onderdoor en bij de sluis draag ik mijn boot over.
Op de Vinkeveensche Plassen staan wat golfjes, de westenwind is aangewakkerd maar niets om me zorgen over te maken. Ik steek de Zuiderplas recht over, maak op de Noorderplas een boogje om de starttoren heen en vaar dan tussen de vele eilandjes door (foto onder) naar Vinkeveen. In Wilnis bekijk ik de polder die tijdens de droge zomer van 2003 onder water gelopen is doordat de veendijk bezweek. Volgens dijkenbouwer en oud-collega Stefan van Baars niet omdat de dijk uitgedroogd was maar omdat de dijk te licht was om de waterdruk te kunnen weerstaan (zie luchtfoto van de ramp en interview in Delft Integraal).
Verder naar Mijdrecht en met een stevige tegenwind langs de Kerkvaart naar de Pondskoekersluis waar ik overdraag naar de Kromme Mijdrecht. Dan is Uithoorn al in zicht.

dinsdag 3 mei 2011

Vecht

29-04-2011 - Ik wil mijn vaartocht langs de Vecht beginnen op het Abcouder Meer. Na een kleine drie uur fietsen kom ik een paar kilometer voor het meer bij wegwerkzaamheden, gesloten voor alle verkeer. Geen nood, ik laad ter plekke de kano af en vaar via het Abcouder Meer en de Gein (foto) naar het Amsterdam-Rijnkanaal. Ik steek het kanaal over naar Weesp en kom daarna op de Vecht. Het riviertje kronkelt door het landschap waardoor ik anderhalf uur nodig heb om Nigtevecht te bereiken dat hemelsbreed 3 kilometer verder ligt. Er is een rechte vaarweg, maar dat is het Amsterdam-Rijnkanaal dat verboden is voor kano's, afgezien van oversteken. De Vecht kronkelt verder langs de plaatsen Nederhorst Den Berg, Vreeland en Loenen, met daartussen kleine kasteeltjes en luxe buitenplaatsen, bekend van de geschiedenislessen over de Gouden Eeuw. Ook is er plaats voor woonboten in alle soorten en maten en enkele meertjes die het domein zijn van watervogels. Aanlegplaatsen zijn schaars, de oevers zijn ofwel priveterrein waar luxe jachten aangemeerd liggen, ofwel beschermd natuurgebied met rietkragen waar je niet doorheen mag als het al zou kunnen. In Nieuwersluis (foto onder, door Johan Bakker / Panoramio) verlaat ik de Vecht, ik steek het kanaal weer over en kom via de Angstel langs Loenersloot en Baambrugge weer terug in Abcoude. De noordoostenwind is intussen sterker geworden, op de kronkelige Angstel heb ik hem afwisselend mee en tegen, op het laatste stuk langs de Holendrecht heb ik de wind in de rug en dat blijft zo tijdens de terugrit naar Leiden.

woensdag 27 april 2011

Wassenaar

25-04-2011 - De stad is nog in diepe rust wanneer ik op 2e paasdag vroeg in de ochtend over de Oude Rijn vaar. Voorbij het Haagse Schouw ga ik de Wassenaarse Wetering op, waar ik tussen de weilanden en de vliegbasis door vaar. Voorbij Wassenaar vaar ik door achtertuintjes van villa’s die aan de straatkant zwaar beveiligd zijn met hoge hekken en camera’s. Blijkbaar verwachten de bewoners dat er geen dreiging van het water komt, hoewel zwanen er heel dreigend uitzien met hun opgezette veren.
De Watering eindigt op de vijver bij Kasteel Oud Wassenaar. Ook hier diepe rust, de enige geluiden komen van de ganzen op de kant en in de lucht, mijn peddel in het water en ooievaars die hun nest hebben gebouwd op het dak van het kasteel.

maandag 18 april 2011

Bollenroute

17-04-2011 Ik ben niet de enige die vandaag de Bollenroute verkent. Op de slootjes tussen Lissen en Hillegom kom ik een paar groepjes kanovaarders tegen waaronder ook oosterburen die het niet kunnen laten om een flinke voorraad hyacyntenbollen in hun boot te laden. Verder is het rustig op het water, met een paar motorjachten op de Ringvaart en een enkele sloep op de Trekvaart. Op de weg is het dringen: ik kruis de Bollenroute die langs smalle wegen door de Bollenstreek voert en ik zie de auto's bumper aan bumper door het landschap schuiven, met de fietsende gezinnen en wielerploegen erussen. Van VW Keverclub tot een groot gezelschap Franse campers, allemaal moeten ze vandaag de bollen zien. Het geurt overal heerlijk naar bloemen, de hyacinten verpreiden de sterkste geur. De Ringsloot eindigt bij de Lisserpoelmolen, dicht bij de plek waar ik op de Ringvaart de tocht ben begonnen.
(foto: Holland-Rijnland)

zondag 3 april 2011

Lek en Hollandsche IJssel

02-04-2011 - Deze dag heb ik met zorg uitgekozen voor een tocht langs de Lek en Hollandsche IJssel; de getijdenvoorspelling geeft een laagwaterstand in Rotterdam rond het middaguur, daardoor kan ik optimaal gebruik maken van de ebstroom op de Lek terwijl de vloedstroom me de Hollandsche IJssel op duwt, geholpen door een straffe zuidwestenwind. Tot zover de theorie.

Ik ga vroeg van huis en kom tegen acht uur bij het startpunt, de Waaiersluis in Gouda (foto boven). Na een stukje Hollandsche IJssel kom ik in Haastrecht waar ik moet lopen om bij de Vlist te komen. Deze keer heb ik mijn opvouwbare karretje meegenomen, dat gaat beter dan lopen met de boot op de schouder. Langs de Vlist is een wandeling georganiseerd, ik kom kleine en grote groepen wandelaars tegen die op weg zijn naar Haastrecht. Ik vaar langs een weiland waar vier jonge zwanen me in de peiling krijgen en in plaats van rustig te blijven zitten, rennen ze naar het water om voor me uit te zwemmen. Ik blijf er rustig achter varen om ze niet de schrik aan te jagen, als ik te dichtbij kom beginnen ze te rennen en met de vleugels te klapperen om weer wat voorsprong te krijgen, ze vliegen niet weg. Na twee kilometer komen ze op het slimme idee om de kant op te klimmen waarna ik weer wat tempo kan maken.

In Schoonhoven draag ik over van de Vlist naar de Singel en kan ik langs de gracht, onder de waag door varen, tot het stadhuis (foto). Daar zit de eerste van de drie keersluizen die me van de Lek scheiden. Het is niet handig om de gracht te blijven volgen met drie keer overdragen langs steile trappen. In plaats daarvan loop ik in 10 minuten naar de steiger bij de veerhaven. Daar drink ik mijn koffie en zie tot mijn spijt dat er weinig stroming op de Lek staat, zeker te weinig aanvoer vanaf de Rijn en de ebstroom is al grotendeels voorbij. De wind en de vrachtschepen zorgen samen voor enige golfslag maar spannend wordt het niet. Na twee uur varen langs Ammerstol, Streefkerk en Lekkerkerk voel ik vermoeidheid in mijn linkerarm van het tegenstuur geven bij zijwind, ik leg bij Lekkerkerk even aan voor rust en om mijn boterhammen te eten.
Het is intussen aardig warm geworden. Waren de wandelaars al vroeg op pad, vanaf 10 uur kwam ik groepen fietsers tegen, vanaf twaalf uur werden de motorclubs actief en niet veel later zag ik de eerste watersporters, nou ja sporters, snelle motorjachten en jetski’s. Die doen niet aan toeren, ze scheuren wat heen en weer en varen dan weer een haventje in.
Bij Kinderdijk zie ik draaiende molenwieken boven de dijk uit, ik stop bij een strandje om de dijk op te lopen en een blik te werpen op de Alblasserwaard en de toeristenkermis. Bij Stormpolder kom ik op de Hollandsche IJssel en jawel, hier klopt mijn theorie want ik heb profijt van de stroming die ik schat op 30 tot 40 cm per seconde, niet veel maar voor een vlakwatervaarder een slok op een borrel.

Bij de Waaiersluis aangekomen zie ik dat het bijna hoogwater is, dat is fijn want daardoor kost het weinig moeite om op de kant te klimmen. Ik zie de sluiswachter die een demonstratie geeft aan een aantal bezoekers, hij heeft de sluis opengezet waardoor er water naar binnen stroomt. Vreemd, ik zou zeggen dat het water naar zee moet worden afgevoerd maar bedenk dan dat maart erg droog geweest is en dat de boeren met het groeiseizoen voor de deur wel wat water kunnen gebruiken.

De route staat in een Google kaartje.

maandag 28 maart 2011

Vennemeer

27-03-2011 - Maar liefst 30 leden zijn, aangemoedigd door de goede weersvooruitzichten, op de opening van het vlakwaterseizoen afgekomen. Niet alleen vlakvaarders, ook poloërs en zeebonken zijn van de partij.
Het is perfect weer, met volop zon en weinig wind. Koude handen zijn dan ook niet te verwachten op deze tocht die staat aangekondigd als Koudehandentocht. Vaarleider Gerard M stelt voor om rustig te varen zodat ook de jeugdige poloërs het tempo kunnen bijhouden, maar wat blijkt de jeugd vaart een eind vooruit en houdt ook nog eens een bal in de lucht, aangemoedigd door Hans en Kris. Bij de Doesmolen (foto) wordt op elkaar gewacht voordat de Zuidzijdervaart wordt opgevaren. Bij het Vennemeer aangekomen stelt Gerard de groep voor de keus: dezelfde weg terugvaren, of een rondje over het Vennemeer en de Zijl terug naar de Doeshaven. Er valt geen democratische beslissing, de groep valt uiteen en een minderheid besluit door te varen met toestemming van de vaarleider.
Er wordt wat afgekletst, deze tocht is duidelijk meer voor de gezelligheid dan voor de sportieve prestatie en natuurlijk hebben we elkaar na de winterstop veel te vertellen. Een voorstel om een sprintje te trekken over de Zijl en Dwarswetering om eerder terug te zijn dan de grote groep haalt het dan ook niet. Even na 1 uur is de dissidente groep terug, de anderen zitten dan al aan de soep, lekker in het zonnetje op de steiger. Petra heeft een prima lunch verzorgd en zo is het lekker nagenieten van de geslaagde tocht. Het belooft een mooi vaarseizoen te worden.
(Foto: Panoramio, Clemens Driessen)

Kaag en Braassem

25-03-2011 - Onder een lekker zonnetje stap ik om half tien op de herensingel in de boot. Langs de Dwarswetering (de Rijn is nog afgesloten bij het aquaduct in aanbouw) kom ik op de Does waar ik, in de buurt van Hoogmade, zowaar twee clubgenoten tegenkom. Ze lijken nogal haast te hebben, later hoor ik dat ze de competitie 'Head of the River Does' aan het varen zijn. Op de Braassemermeer vaar ik tussen de eilandjes van de Zuiderhem door voordat ik het meer recht door het midden oversteek. Er staat geen zuchtje wind, zo spiegelglad heb ik het meer nooit eerder gezien. Op de Ringvaart, dicht bij de Hanepoel, zie ik een stuk hout drijven en wanneer ik dichterbij kom blijkt het een forse boom te zijn die een deel van de vaart blokkeert. Als je hier met een sloep of jacht tegenaan vaart kan je flink in de problemen komen. Ik probeer het gevaarte naar de kant te duwen maar dat valt nog niet mee, het lijkt wel of de takken in de bodem vastzitten zo moeizaam kom ik vooruit. Twee meter vanaf de kant geef ik het op en hoop ik dat de boom niet weer naar het midden afdrijft.
Op de Hanepoel heerst diepe rust afgezien van de groepen ganzen die er neerstrijken op zoek naar voedsel, voordat ze verder naar het noorden trekken. Verderop, langs de Kager Plassen, zijn het kievieten, grutto’s en scholeksters die de aandacht trekken. Op de oever van de Zwanburgerpolder eet ik mijn boterhammen op voordat ik via de Zijl terug ben in Leiden.
(Foto: Gemeente Kaag en Braassem)

Keukenhof

20-03-2011 - Op deze laatste winterdag doet de zon flink zijn best om de lente aan te kondigen. Het water van de Kaag is nog steenkoud, daarom heb ik voor de veiligheid toch maar mijn neopreen pak aangetrokken. Ik vaar verder over de Ringvaart naar Lisse en kom daar, op de Lisserbeek een andere kanovaarder tegen.
Met enige moeite pers ik mezelf in Keukenhof onder het bruggetje door en kom daarmee het park binnen. Dat is natuurlijk hartstikke illegaal maar er is niemand die me tegenhoudt. Er zijn geen bezoekers, er loopt geen personeel rond, zelfs geen bewaking en ik kan rustig rondkijken over de bloembedden en in het glazen paviljoen dat helemaal klaar is voor het seizoen. Ik vervolg de Lisserbeek en kom via de Haarlemmertrekvaart weer in Leiden terecht.
(Foto: Keukenhof)

maandag 14 maart 2011

Amstel - Gein

12-03-2011 - Na twee en een half uur varen vanuit Uithoorn langs de Amstel kom ik aan de rand van Amsterdam in een roeiwedstrijd terecht, de Heineken Roeivierkamp. Dat leidt tot voorspelbare reacties van roeiers, zoals ‘je roeit de verkeerde kant op’ of ‘waar is je stuurman’. Ik laat me niet van de wijs brengen en vaar de Weesper Trekvaart op, het vaarverbod negerend dat op de spoorbrug staat. Ik vraag me af waarom je hier niet zou mogen varen, het is geen beschermd natuurgebied, er zijn geen werkzaamheden, er is geen gevaar van vrachtschepen die de recreant over het hoofd zien. Er komt geen waterpolitie achter me aan dus ik neem aan dat het wel goed zit.
De route gaat langs enkele bedrijventerreinen in Duivendrecht en langs het dorpscentrum van Diemen, nu volledig opgeslokt door de grote stad. Voorbij Diemen kom ik op de Gaasp, ik ben weer in landelijk gebied maar kijk nog wel tegen de hoogbouw aan van de Bijlmer en Amsterdam Zuidoost. Bij Driemond ga ik een kijkje nemen bij de sluis die toegang geeft tot het Amsterdam-Rijnkanaal en Weesp, wat blijkt, de sluis staat gewoon open en ik kan zo doorvaren naar Weesp. Het kanaal is verboden voor kanoërs maar recht oversteken is toegestaan. Daarna volg ik de Gein (foto), een riviertje door een stiltegebied waar de spoorlijn Amsterdam – Utrecht met een tunnel onderdoor gaat. De Nauwe Gein in Abcoude is net breed genoeg voor mijn peddel, na Abcoude wordt het weer breder en kom ik op het Abcouder Meer. Nog even doorvaren langs de Holendrecht en de Waver en ik ben weer op de Amstel, dicht bij het vertrekpunt.
(foto: Panoramio, Dr. Junk)

zondag 6 maart 2011

Amstel

04-02-2011 - Het drijvende steigertje in Uithoorn waar ik vandaag start is nog berijpt en begint te schommelen wanneer ik er op stap, oppassen dus. Het is mistig en koud, de zon is af en toe als een vaag silhouet door de mist heen te zien. Voorbij Ouderkerk kom ik veel roeiers tegen, skiffeurs, tweetallen, viertallen met of zonder stuur, van alles wat. De oevers aan de zuidrand van de stad zijn bezaaid met roeiverenigingen.
Wanneer ik om 11 uur Amsterdam binnenkom is het nog steeds nevelig. Aan de hoge gebouwen is te zien waar de nevel overgaat in dichte mist, of noem het lage bewolking: de Rembrandttoren is een echte wolkenkrabber, de top zit in de wolken. Bij de Stopera kies ik de richting van het Oosterdok en kom zo langs de Montelbaanstoren (foto), de Openbare Bibliotheek en het Centraal Station in de haven bij de Beurs. Ik neem een kijkje op het IJ en keer dan terug naar de Amstel. Met de wind in de rug en onder een bleek zonnetje dat intussen de mist heeft verdreven, kom ik tegen vier uur in Uithoorn terug.

zondag 27 februari 2011

Vlist

26-02-2011 - Een maand geleden stond ik ook bij de Waaiersluis in Gouda, toen om naar Rotterdam te varen, nu ga ik de andere kant op. Het is een half uurtje langs de Hollandsche IJssel naar Haastrecht, waar ik bij het poldergemaal naar een overdraagplaats zoek. Die is er niet, er zijn op de zuidoever alleen privétuintjes dus til ik de boot op de kade aan de overkant. Ik loop door het historische deel van Haastrecht in de richting van het riviertje de Vlist. Ook hier is alles privéterrein, ik moet doorlopen tot de brug om een aanlegplaats te vinden. Moe geworden van 500 meter lopen met de boot op mijn schouder strijk ik neer voor een kop koffie. Dan begin ik aan de route langs de Vlist, een kronkelend riviertje dat eigenlijk ook weer geen riviertje is, want het ligt hoger dan het land en wordt gevoed door poldergemalen. Echt een leuke route, met wat verspreide groepjes boerderijen, het dorpje Vlist en weinig verkeer langs de smalle weg waar een maximum snelheid van 30 km per uur geldt. Langs de hele oever staan knotwilgen.
Het is anderhalf uur naar Schoonhoven, waar ik de boot aan een steiger leg om lopend het centrum te verkennen. Het is verkiezingstijd, op de kleine markt zijn behalve vis en kaas ook folders te krijgen die van alles beloven. Er zijn veel juweliers en klokkenwinkels, Schoonhoven heeft een belangrijke reputatie op het gebied van edelsmederij en laat dat graag zien. Ik heb vooral ook belangstelling voor de gracht om te kijken hoe ver je varend in de richting van de Lek kan komen. Dat valt tegen, er zitten maar liefst 3 keersluizen tussen de singel en de Lekhaven, dat weet ik dan alvast voor de volgende keer.

zaterdag 19 februari 2011

Gouda

18-02-2011 - Vanuit Alphen a/d Rijn volg ik de Gouwe, langs Boskoop en Waddinxveen tot de Kock van Leeuwensluis die toegang biedt tot Gouda. De sluis wordt vandaag niet bediend dus dat betekent overdragen. Eerst vaar ik langs de singels die de oude binnenstad van Gouda insluiten, daarna volg ik de bordjes 'Kanoroute Gouda' die me door de binnenstad leiden, langs de smalste grachtjes die ik ooit gezien heb. Mijn peddel van 2,15 meter blijkt hier te lang ik beweeg me voort door me met de handen tegen de muren af te zetten. Ook maak ik kennis met rioolpijpen die 50 cm boven het wateroppervlak onder bruggetjes hangen. Een doorgang onder een huizenblok lijkt te zijn afgesloten met een kettinggordijn, maar het routebordje wijst juist die kant op. Het gordijn dient om de duiven te weren die de tunnel zonder gordijn zouden hebben ondergescheten en volgebouwd met nesten. Het grachtje dat ik volg loopt dood in een parkje waar een kanosteiger ligt om het overdragen naar de Fluwelensingel makkelijk te maken. Dan vervolg ik mijn route langs de Gouwe terug naar Alphen. Een paar keer wordt me de vraag toegeworpen, of het niet te koud is om te kanoën bij 1 of 2 graden. Mijn antwoord, 'eskimo's kanoën ook' is niet voor iedereen bevredigend, zo blijkt als ik de tegenwerping krijg 'maar jij bent geen eskimo'.
(foto: Bella de Lange)

zaterdag 12 februari 2011

Rotte


11-02-2011 - De bron van de Rotte ligt ten oosten van Zoetermeer bij Moerkapelle en wordt gevoed door 2 poldergemalen. Hier laat ik mijn boot te water in de verwachting dat ik 3 uur later de plek bereik waar de Rotte in de Nieuwe Maas uitmondt. Nadat ik de spoorlijn en snelweg Den Haag - Utrecht gepasseerd ben kom ik op de Rottemeren, een langgerekt meer omzoomd met recreatie-terreinen. Een veelheid aan recreatieve voorzieningen kan je er aantreffen: fiets- en wandelpaden, jachthavens, een kanosportcentrum, een survivalterrein met klimrots, een heuse skibaan, een zeilschool, noem maar op.
Voorbij het meer is de Rotte een riviertje, met aan beide kanten bebouwing. Links de woontorens van de wijk Ommoord, rechts het dorpje Rotte. Je hebt hier niet de indruk dat je zo dichtbij een grote stad bent, dat verandert plotseling bij het passeren van de A20. De Rotte kronkelt hier door het Oude Noorden met vaste lage bruggen die doorgaand verkeer van motorschepen onmogelijk maken. Na de Goudsesingel passeer ik een strook met nieuwbouwwoningen, dit moet de plaats zijn waar de spoortunnel ligt. Ik ga een stukje de Delftse Vaart op, langs de achterkant van het Stadhuis op de Coolsingel, tot het Hofplein waar de vaart afgesloten is. Het lijkt wel een spelletje Monopoly, waar is de Blaak? Dan het laatste stukje Rotte langs de St. Laurenskerk, het Erasmus Standbeeld en de Grote Markt, met zicht op de bibliotheek en de kubuswoningen, tot de Leuvekolk. Helaas, geen verbinding met de Leuvehaven en Nieuwe Maas, hier ligt een onneembare hindernis in de vorm van een drukke verkeersweg, het moet de Rottedam zijn, tegenwoordig beter bekend als, je raadt het al, de Blaak.

woensdag 9 februari 2011

Amstel-Waver

08-02-2011 - Over een paadje net breed genoeg voor mijn kar bereik ik de Tolhuissluis waar ik bij de eerste zonnestralen mijn boot te water laat. Ik vaar langs het Amstel-Drecht Kanaal naar Uithoorn en drink mijn koffie op een steigertje in de zon. Hoewel de Amstel gekanaliseerd is, met oevers van stortsteen en de waterafvoer geregeld met sluizen, is het bochtige verloop tussen Uithoorn en Ouderkerk onaangetast. Bij Nessersluis wordt gewaarschuwd voor de kabelpont; ik verwacht een pontje dat zich naar de overkant sleept via een kabel over de bodem maar moet mijn hoofd intrekken wanneer ik de kabel vlak voor me op ooghoogte over het water gespannen zie. (foto: Voetveren)
Ik draai de Oude Waver op. Die heeft hier een smalle doorgang waarin met schotbalken een noodkering kan worden gemaakt, blijkbaar is er geen 100% vertrouwen in de gecontroleerde waterstand op de Amstel. Aan beide kanten van de Waver liggen diepe polders, links de Ronde Hoep en rechts Groot Mijdrecht, waar zoveel over te doen is omdat er een voorstel gedaan is de polder te ‘ontwikkelen’ tot moeras . Hoezo ontwikkelen, gewoon de gemalen stilzetten, de natuur doet de rest. De bewoners zijn niet blij met de plannen en geloven niet dat het zo’n vaart zal lopen met de onhoudbaarheid van diepe polders door zeespiegelstijging en bodemdaling (lees meer op Koe of Jetski). Vreemd dat er tegelijkertijd plannen zijn voor woningbouw in Hollands diepste polder, de Zuidplaspolder tussen Gouda en Nieuwerkerk (6 m onder NAP). Je mag hopen dat de achitect van de Deltawerken Johan van Veen geen gelijk krijgt met zijn uitspraak
‘Misschien gaat Nederland de strijd tegen het water ooit verliezen en breekt er een moment aan waarop we dit land met een zucht van verlichting zullen prijsgeven aan de golven’.
Tussen Stokkelaarsbrug en Ouderkerk krijg ik tussen de rietkragen op de oever zicht op Amsterdam Zuidoost en de Bijlmer, met de Arena prominent tussen de woon- en kantoorkolossen. Ook Amstelveen komt in beeld en terwijl het geluid van opstijgende vliegtuigen al enige tijd niet meer overheerst, is er nu de lucht van kerosine die op de nabijheid van Schiphol wijst.
Op de kade in Ouderkerk (foto) eet ik mijn boterhammen, terwijl ik toekijk hoe het leven hier zijn gang gaat. Onder de rook van Amsterdam is het dorp zichzelf gebleven zou Wim Zonneveld gezegd hebben, of was het nou Vader Abraham? Na Ouderkerk kom ik weer op de Amstel, de blik gericht op de Katholieke Kerk van Nes a/d Amstel, een forse kerk voor een klein dorp. De pontbaas in Nessersluis laat de kabel onder water zakken en dan is het nog 2 uur stug doorvaren met op sommige stukken een zwakke tegenwind tot de Tolhuissluis.