zaterdag 28 april 2012

Benschopper Wetering

27-04-2011 - Ik heb wel eens eerder de bordjes ´Lopikerwaard Route´ vanuit Haastrecht gevolgd, maar in Schoonhoven was ik ze kwijt. Nu ga ik in Vlist linksaf naar Polsbroek, en wat blijkt hier kom ik de bordjes weer tegen. Na Polsbroek volgt Polsbroekerdam, de naam voorspelt niet veel goeds en inderdaad, ik moet een stukje overdragen. Aan beide kanten liggen keurige kanosteigers en alsof die nog niet genoeg opvallen, staat het er met grote letters opgeschreven ´KANO OVERDRAAGPLAATS´. Op veel andere plaatsen is die aanduiding nodig om te voorkomen dat motorjachten er gaan aanleggen, hier niet want de Benschopper Wetering is niet toegankelijk voor motorboten. Vanaf Polsbroek naar het oosten wordt het omliggende land langzaam hoger en krijg ik steeds minder zicht op de woningen en boerderijen met voorspelbare namen als ´Vrederust´, ´Oudervrucht´ en ´De mens wikt, God beschikt´, maar ook wat meer originele namen kom ik tegen als ´Mijn laatste stuiver´. Bij Benschop draag ik over bij een stuwtje, ik kom zo 30 cm hoger te liggen en kan weer wat meer zien. Er wordt uitbundig gevlagd voor de kroonprins. De laatste overdraagplaats is in IJsselstein, daarmee kom ik op de stadsgracht die in open verbinding met de Hollandse IJssel staat. Als ik de routebordjes volg kan ik via de Hollandse IJssel snel terug in Haastrecht en op tijd thuis zijn voor het eten, maar ik ben eigenwijs en ga rechtsaf naar Nieuwegein, de Kromme IJssel op. Op een strandje langs de Lek maak ik mij klaar voor het instappen, wanneer een dame met haar hond langskomt en vraagt of ik naar de overkant ga. Naar Schoonhoven, antwoord ik, met mijn duim tegen de straffe wind in wijzend. Volgens de dame kan ik beter de andere kant op gaan, met de wind mee. Kan wel zijn, maar dan kom ik vanavond niet meer thuis. Dus ik ga toch maar tegen de wind in en de dame wenst me succes. Het is hard werken. Ik steek in de bochten de rivier over om zoveel mogelijk in de luwte van de dijk te varen maar hij blijft toch tegen. Het is niet overal mogelijk om dicht langs de dijk te varen want er zijn uiterwaarden en kribben. Bij het oversteken let ik niet alleen op de voorbijvarende tankers maar ook op ganzenfamilies met jongen die de oversteek wagen. Ik zie één ganzenjong achterblijven bij de familie, hij verdwijnt uit het zicht tussen de golven en ik hoop dat hij weer kan aansluiten en niet verdrinkt door uitputting of wordt opgemerkt door overvliegende meeuwen die zich met de opvoeding willen bemoeien. Bij de kanovereniging geldt daarom het devies ´de zwakste bepaalt het tempo´, in de natuur geldt het recht van de sterkste. Dankzij de lichte stroming die halverwege op gang komt ben ik toch in drie uur varen in Schoonhoven, waar ik op de kant klim en langs de stadsgracht naar de Vlist loop. Het contrast kan bijna niet groter, de wind is weg, het water is vlak en het vaarverkeer (vogels) past zich aan mij aan.

zaterdag 14 april 2012

Diemen, IJmeer

13-04-2012 - ´Weinig wind en afnemende kans op onweer´, zo herhaal ik de woorden van het weerbericht voor vandaag, wanneer ik op de IJsselmeerdijk sta. Ik ben over de Amstel, Weespertrekvaart en de Diemen (foto) bij de Diemerdammersluis (wie verzint zo’n naam) aangekomen. Er valt wat lichte regen, de wolken zien er rustig uit zonder tekenen van onweer. Er is vrijwel geen deining, de golfhoogte is te verwaarlozen en ik besluit het erop te wagen.
Links voor me ligt de stad in ontwikkeling, IJburg (foto), waar ik met een boogje omheen vaar. Ik speur de horizon af en ontwaar een vaag silhouet van Almere. Dichterbij zie ik het vestingeiland Pampus en het Muiderslot. Ik koers op het Vuurtoreneiland af en kom daar op de vaarroute van Amsterdam naar Lemmer. Er varen een paar vrachtschepen en twee zeiljachten die nauwelijks vooruitkomen. Achter me nadert een motorjacht waarmee ik hoop te kunnen meeliften in de Oranjesluis. De regen is opgehouden en onder een stralende zon vaar ik langs Durgerdam Amsterdam binnen. Zoals ik gewend ben, gaan de sluisdeuren vlak voor mijn neus dicht en ik besluit om de grillen van de sluismeester te ontlopen door over te dragen bij de spuisluis. Na een stukje over het IJ ga ik bij het Centraal Station het Oosterdok in. Daar begint het te regenen, In de buurt van het Waterlooplein gaat de regen over in een plensbui met de beloofde klap onweer. De marktbezoekers haasten zich naar de dichtstbijzijnde marktkraam, het is dringen. Het blijft bij een enkele klap, de bui trekt voorbij en dan ben ik op de Amstel. Nu alleen nog de rivier volgen terug naar startplaats Uithoorn.
(foto's: M. de Raadt, Bart van Utteren / Panoramio)

donderdag 5 april 2012

Kinderdijk

04-04-2012 - Bij kanovaren op stromend water ligt het voor de hand om met de stroom mee te varen. Maar het hoeft natuurlijk niet. Ik start in het Stormpoldervloedbos en glibber door de modder naar mijn boot die nu, bij laagwater 1,5 meter onder de kant ligt. De kreek is 10 cm diep, mijn roertje schuift over de zandbodem. Ik vaar de Lek op met een lichte tegenstroom en vaar in drie kwartier naar de kruising met de Noord. Dat heb ik ook wel eens in een halfuurtje gedaan. Twee mannen op een zeiljacht, kaart in de aanslag, vragen de weg naar Alblasserdam. Ik wijs beleefd in de richting van de Noord en vraag me af of ze kunnen kaartlezen. Tegen de middag kom ik in Groot Ammers aan, het tij is dan intussen gekeerd. Ik draag over naar de Ammerse boezem en vaar even later de Achterwaterschap op, richting Kinderdijk. Het is doodstil, alleen de vogels laten zich horen. Veel leeuweriken en verder de gebruikelijke meerkoeten, zwanen en ganzen die een veilig heenkomen zoeken wanneer ik in de buurt kom. Helemaal niet nodig want ik doe ze geen kwaad, het is in ieder geval beter dan voor me uit blijven zwemmen. In Kinderdijk lopen vooral veel Chinezen die zich verbazen over het leven onder de zeespiegel. Even stilstaan is er niet bij, foto's worden lopend gemaakt. De bus vertrekt op tijd en vanavond moeten ze weer met de Thalys naar Parijs. Of Berlijn, wie zal het zeggen. Op de Lek moet ik opnieuw tegen de stroom in om terug in Stormpolder te komen.
(foto: Martin van den Boogaerdt, Panoramio)