zondag 8 juli 2012

Tiengemeten

Krooneenden (foto: http://www.natuurbericht.nl/)
04-07-2012 - De enige plek tussen Gouda en Dordrecht waar je met een kano aan land kunt komen is een strandje langs de Noord bij de Ridderkerkse Slikken. Verder vind je langs deze route alleen hoge kades, dijken met een steil talud van basaltblokken en hoge steigers met het opschrift ´Privé steiger´. Ik heb wat gegeten en wil net mijn tentje opzetten, wanneer twee dienders een kijkje komen nemen. ´Waar zijn wij hier mee bezig?´willen ze weten. Ik ben over een hek geklommen met een bordje ‘Verboden toegang, Artikel 461 Wetboek van Strafrecht’ zo luidt de aanklacht. Ik antwoord dat ik met de kano onderweg ben en dacht dat dit openbaar terrein was. Ik wijs op het strandje en vraag waar dat hek staat. Dan maken de norse gezichten plaats voor belangstelling. ‘Oh u bent met de kano, dan mag u hier voor deze keer kamperen als u geen afval achterlaat.’ En weg zijn ze weer.
Ik zoek mijn shirt dat ik de vorige avond op een hoge steen heb gelegd. Niet hoog genoeg, de steen ligt nu onder water en geen shirt te zien. In de vroege ochtend vaar ik bij hoogwater de Ridderkerkse Slikken in. Ik vaar achteruit een smalle kreek in, peddelend met de handen tot een scherpe bocht waar ik niet doorheen kom. Kraakhelder water, ik zou het bijna willen drinken. Daarna verder naar Dordrecht, een stukje Oude Maas en de Dordtse Kil. Het is bewolkt en af en toe valt er wat lichte regen. Op de kruising met het Hollandsch Diep klim ik op de kant voor een pauze, een strategisch punt om de scheepvaart van 3 kanten te kunnen zien. Dat vond ook de vijand, er staat een bunker met schuttersputje uit de 2e Wereldoorlog.
Haven Willemstad
Het Hollandsch Diep kan voor kanovaarders grootwater worden genoemd. Vanmiddag is het rustig, er staat weinig wind en de golfslag is te verwaarlozen. Daarom durf ik het wel in mijn eentje aan. De lichte spanning van het varen op grootwater slaat snel om in verveling, het is ruim 2 uur varen naar Willemstad met als enige afwisseling de voorbijvarende vrachtschepen en plezierjachten. Ik houd een korte pauze in het haventje van Willemstad. De bewolking is weggetrokken, het is flink warm geworden. Ik vervolg mijn weg naar het Haringvliet en zie van grote afstand de Herberg Tiengemeten op de oostpunt van het eiland. In het ondiepe water langs de Ventjagersplaat word ik af en toe opgeschrikt door groepjes grote vissen die zich schuilhouden tussen de waterplanten.
In de loop van de middag kom ik bij de herberg aan, zet mijn tentje op de camping en drink koffie op het terras. Ik maak een wandeling langs de dijk met zicht op de ondergelopen polder die door watervogels in bezit is genomen. Ruim 5 jaar geleden zijn de boeren uitgekocht, zo hoor ik van de herbergier, en dat ging met veel emoties gepaard. De meeste pachtende boeren waren blij met een zak geld, maar boer Vos die eigenaar was van 400 hectare vertrok pas toen hij in Dinteloord een vergelijkbaar stuk land aangeboden kreeg. De winsten van het boerenbedrijf stonden hier altijd onder druk vanwege het dure transport per veerboot naar de vaste wal, maar toch denkt de herbergier met enige weemoed terug aan de tijd dat er nog landbouw werd bedreven. Een aantal boerderijen zijn gesloopt, er zijn nu nog 11 vaste bewoners en een paar ‘weekenders die er niet echt bij horen, ze worden niet gevraagd voor vergaderingen en de uitbundig gevierde verjaardagen.’
(foto: http://www.herbergtiengemeten.nl/)
’s Avonds trekken inktzwarte wolken over het eiland waaruit continu bliksems omlaag schieten. Er volgt een hevig onweer met kletterende regen en harde windstoten die mijn tentje willen platdrukken. Ik sta om 4 uur op, het is zwaar bewolkt en in de verte is het weerlicht van de wegtrekkende onweersbui te zien. Het is nog halfdonker wanneer ik om 5 uur in de boot stap om het eiland aan de zuidkant te passeren, langs de slikken en de plaatsen waar de dijk is doorgestoken om de polder onder water te zetten. Het zicht is slecht, ik steek daarom puur op gevoel het Vuile Gat over, dat zo genoemd is vanwege de verraderlijke stroming toen het Haringvliet nog in open verbinding stond met de zee. Er staat weinig wind en de oversteek is een makkie. Halverwege zie ik de contouren van het vaste land. Ik koers aan op een groepje bomen. Langs de slikken van de Hoeksche Waard word ik omringd door scholen vissen  die een flinke werveling in het water veroorzaken. Ik vaar het Spui op met een forse tegenstroom, reden genoeg om na een uurtje af te slaan naar Bernissesluis, het vaarverbod negerend. Bij het gemaal ligt aan beide kanten een mooie kanosteiger voor het overdragen, een duidelijker signaal dat kano’s welkom zijn bestaat er niet. De Bernisse is een afgedamd riviertje dat langs de dorpen Zuidland en Abbenbroek slingert en op de Brielse Maas uitkomt. Ik word keurig geschut in de Voornse Sluis en kom daarmee op de Oude Maas. Het is zwaar werken op de golven die worden veroorzaakt door de wind, de getijstroom en de scheepvaart. In Vlaardingen ga ik het binnenwater op, het is dan nog een flink eind peddelen via Delft en Leidschendam terug naar Leiden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten