03-08-2011 - Nadat de wekker om 4 uur afging heb ik bijna een uur doorgeslapen, ik ga daarom – voor mijn doen – laat van huis, om half zes. Wanneer ik in Woerden te water ga is de lucht nog steeds bewolkt. Na de koffiestop bij Geestdorp begint het zacht te regenen. Tot mijn verbazing staat de Haanwijkersluis in Harmelen open; volgens mijn informatie moet ik hier van NAP-40 (Stichtse Rijnlanden) naar NAP-33 (Amstel Gooi en Vecht) stijgen maar het water stroomt gewoon door de sluisdeuren met maar een paar centimeter peilverschil. Wel vraagt de sluisbeheerder 2 Euro voor het openen van de deur. Na Harmelen stroomt de Oude Rijn als een kaarsrecht kanaal door De Meern met aan beide kanten de nieuwbouwwijken van Leidsche Rijn. Een paar honderd meter voor de kruising met het Amsterdam-Rijnkanaal merk ik de deining die wordt veroorzaakt door de scheepvaart. Ik steek het kanaal over en klim aan de overkant op de wal, want de Leidsche Rijnsluis waar ik langskom wordt niet meer bediend. Er zijn veel privéterreinen en woonboten langs de Leidsche Rijn, ik moet daarom 300 meter lopen tot ik een geschikte plek vind waar ik te water kan gaan. Ik heb geen loopkarretje mee, gelukkig krijg ik bij het dragen hulp van een vriendelijke voorbijganger.
Ik moet een flink eind het Merwedekanaal volgen voordat ik de Vaartsche Rijn op kan die toegang geeft toe het centrum. Daar word ik opgeschrikt door borden met de mededeling dat de Oude Gracht over een afstand van een paar honderd meter verboden is voor kano’s en roeiboten vanwege werkzaamheden en vraag me af waarom motorjachten, die in het algemeen breder en langer zijn, er wel langs kunnen. Ook het biertransport gaat door de gracht, bij een café zie ik een schip dat een container met biervaten uitlaadt. Het is leuk om langs de Oude Gracht te varen, minder leuk om de kano langs een steile trap omhoog te sjouwen. Ik loop met de kano op mijn schouder tussen het winkelend publiek en neem opmerkingen als ‘daar beneden kan je varen’ of ‘er is ook een gracht’ voor lief. De Gemeente denkt zeker dat kano’s en roeiboten in het met stoplichten geregelde stukje eenrichtingsverkeer te snel varen waardoor motorboten het tempo niet kunnen bijhouden. Vreemd want kano's kunnen zich toch best aan de voorgeschreven maximum snelheid van 4,5 km/uur houden? Maar goed, nu zie ik tenminste ook dat ik vlak langs de Domtoren kom, die vanaf het water niet of nauwelijks te zien is.
Voorbij het Stadhuis vaar ik verder in de richting van de Weerdsluis. De sluiskolk ligt vol met motorjachten die mijn richting op komen, het gaat nog enige tijd duren voordat die geschut zijn dus draag ik de boot over, weer een paar honderd meter lopen maar deze keer wel via een mooie kanosteiger aan beide kanten, ik ben hier op de Hollandse Waterlinie kanoroute.
Ik kom langs een eindeloos lijkende rij woonschepen van hetzelfde type met dezelfde airco installatie, op de kade ernaast rijden auto’s in een trage file, de bestuurders kijken geïnteresseerd naar de waterkant. Ik ben in de rosse buurt, ik vaar langs een drijvend bordeel van een halve kilometer lang.
Op de Vecht tussen Utrecht en Breukelen is het druk met motorbootjes. De meeste houden zich netjes aan de maximale snelheid van 6 km/u, er ontstaan nergens hinderlijke golven. Na Breukelen volg ik de Grote Heicop die overgaat in de Bijleveld en de Geer. Vervolgens de Heinoomsvaart, die bij Woerdense Verlaat op de Kromme Mijdrecht uitkomt. Na een laatste keer overdragen, bij de Verlaatsluis, kom ik op de Grecht en dan is het nog anderhalf uur varen door een gestaag vallende regen naar Woerden.
(foto Nijenrode: St. Vitus/Naerdincklant)
De route is uitgetekend in een Google kaartje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten