24-08-2011 - Vanuit het Stormpoldervloedbos in Krimpen ga ik de Lek op naar Kinderdijk, waar ik rechtsaf de Noord op vaar. De tegenstroom is duidelijk voelbaar, ik heb vanaf Stormpolder twee en een half uur nodig om Dordrecht te bereiken, een afstand van 12 km. Er zijn weinig mogelijkheden om aan te leggen voor een pauze, overal zijn dijken met een steil talud en ruwe keien aan de dijkvoet. Alleen langs de Rietbaan bij Zwijndrecht is een strandje. Bij het naderen van Dordrecht moet ik opletten, er komen grote schepen van drie kanten dus ik moet even wachten met het oversteken van de Beneden Merwede die hier overgaat in Oude Maas. Het regent licht wanneer ik het Wantij opvaar. Voorbij de spoorbrug kom ik in de Hollandsche Biesbosch waar ik een paar kreekjes in ga en de stilte van het vloedbos op me laat inwerken. Via de Ottersluis zak ik met een niet indrukwekkend niveauverschil van 5 cm af naar de Nieuwe Merwede, een brede, traag stromende rivier die de Waal met het Haringvliet verbindt. Er staat een lichte tegenwind, uit de grijze luchten komt motregen. Ik houd de rechteroever aan om de grote scheepvaart niet te hinderen. Na een uur varen neemt de wind toe en worden de golven hoger. Dan komen de Moerdijkbruggen in zicht en vloeit de rivier samen met de Amer, om verder te gaan als het Hollands Diep, een kilometer breed. Het is stoempen tegen de beukende golven, tot voorbij de bruggen waar ik rechtsaf sla en op de Dordtse Kil in rustiger vaarwater kom. Na twee uur komt Dordrecht weer in zicht, het is opnieuw opletten bij de oversteek en dan vaar ik het laatste stuk over de Noord en de Lek met de stroom mee terug naar Stormpolder.
Terwijl ik thuis op de bank zit na te genieten, voel ik de golven nog in mijn hoofd en in mijn lijf bewegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten